Aankoopadvies: terras aanleggen
Welke houtsoort kiezen?
Hout moet aan bepaalde voorwaarden voldoen om buiten te kunnen worden gebruikt. Het moet stevig zijn, slijtvast en bestand tegen zwammen en schimmels. Naargelang de natuurlijke duurzaamheid wordt hout ingedeeld in duurzaamheidsklassen van I tot V. Hout van klasse I is zeer duurzaam en blijft minstens
25 jaar goed in contact met de grond. Hout van klasse II heeft een levensduur van minstens 15 tot 25 jaar. Hout dat tot een van de andere drie klassen behoort is niet duurzaam genoeg voor een terras.
De duurzaamheid van hout kan verbeterd worden door het preventief een diepgaande bescherming te laten ondergaan. Dat kan gebeuren op verschillende manieren en met verschillende producten. Een vaak toegepast procédé is dat men naaldhoutsoorten door middel van een vacuümdrukbehandeling impregneert. Toch is het naar onze mening beter om de voorkeur te geven aan hout met een grote natuurlijke duurzaamheid.
Andere eigenschappen van het hout waarmee rekening moet gehouden worden zijn de stabiliteit (weinig vormveranderingen) en de stijfheid (die bepaalt de draagkracht).
Sommige inlandse houtsoorten zoals kastanje en eik hebben de vereiste kwaliteiten, maar zijn nog niet altijd voldoende beschikbaar of soms gewoon te duur.
De meeste tropische houtsoorten die voor een terras worden aangeraden, zijn daarvoor ook geschikt, maar daar stellen zich andere, ethische en ecologische problemen. Vraag in elk geval steeds naar hout met een FSC-label.
Bangkirai
Teak is de beste houtsoort voor terrassen, maar de hoge prijs (meer dan 120 euro per m2, exclusief btw en plaatsing) schrikt veel liefhebbers af. Andere, meer betaalbare houtsoorten hebben de plaats van teak ingenomen.
Bangkirai is daar het bekendste voorbeeld van. Deze houtsoort uit de vochtige wouden van Indonesië en Maleisië heeft in de jaren ’90 de markt volledig ingepalmd en heeft een tijdlang alle andere houtsoorten totaal verdrongen. Maar bangkirai (of yellow balau), is in feite een soortnaam die een tiental Shorea-soorten met ongelijke kenmerken omvat. Het soortelijk gewicht (de ’volumieke massa') bijvoorbeeld varieert van 700 tot 1.150 kg per kubieke meter.
Bangkirai behoort tot de duurzaamheidsklasse II (gebruiksduur van 15 tot 25 jaar) en biedt een goede prijs-kwaliteitverhouding, als het hout van goede afkomst is, met als kwaliteitslabel ’Select and better'. Wel heeft het enkele onvolmaaktheden. Sommige soorten bevatten gommen die bruine vlekken kunnen veroorzaken op onderliggende elementen van het bouwwerk. Het hout vertoont ook neiging tot oppervlaktescheurtjes als het blootstaat aan de zon, en heeft soms kleine donkere boordergaatjes die het resultaat zijn van wormen. Geen van deze fouten heeft een negatieve invloed op de duurzaamheid van het hout.
Bangkirai heeft ten slotte ook de neiging tot zwart worden wanneer het regelmatig wordt geolied of gevernist, en kan na verloop van tijd een beetje vervormen.
IPé
In het hogere prijsgamma is dé topper van het ogenblik ipé, een houtsoort die voornamelijk uit Brazilië komt.
Het is zeer hard, zeer zwaar hout (1.050 kg/m3) en zeer duurzaam (klasse I). Ipé wordt omwille van zijn eigenschappen ook ’groen ebbenhout' genoemd. Het hout is groen- tot geelachtig bruin en de nerf is zeer fijn. Het grote nadeel is dat het behoorlijk krimpt bij het drogen, wat zich uit in reten tussen planken die tussen het vochtige seizoen en de volle zomer kunnen oplopen tot 5 mm .
Volgens specialisten mag er een schaarste van ipé worden verwacht over 5 à 10 jaar. De prijs gaat trouwens pijlsnel omhoog (+ 50% in iets meer dan een jaar).
Andere, voornamelijk Afrikaanse houtsoorten staan klaar voor de aflossing van de wacht. De meest courante of meest veelbelovende worden in het kader links voorgesteld.
Een kwestie van dichtheid?
In het algemeen bestaat er een directe band tussen de dichtheid van het hout (zijn soortelijk gewicht of volumieke massa) en zijn duurzaamheid.
De meeste tropische houtsoorten wegen meer dan 600 kg/m3 en dat is zowat de drempelwaarde waarboven hout een grote natuurlijke weerstand heeft tegen schimmelveroorzakende organismen. Tussen haakjes, sommige houtsoorten, zoals ipé, overtreffen zelfs het soortelijk gewicht van water... en blijven toch drijven.
Er zijn echter ook andere elementen die de duurzaamheid van hout beïnvloeden, meer bepaald de aanwezigheid van bepaalde harsen en andere natuurlijke beschermingsstoffen.
Een vacuümdrukbehandeling is één van de mogelijkheden om de duurzaamheid te verbeteren. Een andere techniek is droogsterilisatie, waarbij het hout verwarmd wordt, zodat het minder gevoelig wordt voor insecten en zwammen.
Effen of met groeven?
Sinds de doorbraak van bangkirai worden planken voor terrassen vaak aangeboden met groeven. Die groeven hebben helemaal geen slipwerend effect, zoals vaak gedacht, maar dienen om het water vlot af te voeren en wat verluchtingsruimte te creëren tussen plank en ondergrond. Inderdaad, planken met maar langs één zijde groeven, zouden in feite met die zijde omlaag geplaatst moeten worden.
En het slipwerend effect van groeven dan? Eerlijk gezegd, effen planken zijn beter slipwerend dan gegroefde. In die groeven kunnen vocht, aarde, vuil, algen en mossen zich makkelijk ophopen en het terras zo pas écht glad maken. Op een effen plank zal dat minder snel het geval zijn.
Kortom, afgezien van het ietwat bijzonder esthetisch aspect, hebben groeven aan de bovenkant geen echt nut, maar zijn ze eerder geschikt om splinters op te leveren.
Hout moet aan bepaalde voorwaarden voldoen om buiten te kunnen worden gebruikt. Het moet stevig zijn, slijtvast en bestand tegen zwammen en schimmels. Naargelang de natuurlijke duurzaamheid wordt hout ingedeeld in duurzaamheidsklassen van I tot V. Hout van klasse I is zeer duurzaam en blijft minstens
25 jaar goed in contact met de grond. Hout van klasse II heeft een levensduur van minstens 15 tot 25 jaar. Hout dat tot een van de andere drie klassen behoort is niet duurzaam genoeg voor een terras.
De duurzaamheid van hout kan verbeterd worden door het preventief een diepgaande bescherming te laten ondergaan. Dat kan gebeuren op verschillende manieren en met verschillende producten. Een vaak toegepast procédé is dat men naaldhoutsoorten door middel van een vacuümdrukbehandeling impregneert. Toch is het naar onze mening beter om de voorkeur te geven aan hout met een grote natuurlijke duurzaamheid.
Andere eigenschappen van het hout waarmee rekening moet gehouden worden zijn de stabiliteit (weinig vormveranderingen) en de stijfheid (die bepaalt de draagkracht).
Sommige inlandse houtsoorten zoals kastanje en eik hebben de vereiste kwaliteiten, maar zijn nog niet altijd voldoende beschikbaar of soms gewoon te duur.
De meeste tropische houtsoorten die voor een terras worden aangeraden, zijn daarvoor ook geschikt, maar daar stellen zich andere, ethische en ecologische problemen. Vraag in elk geval steeds naar hout met een FSC-label.
Bangkirai
Teak is de beste houtsoort voor terrassen, maar de hoge prijs (meer dan 120 euro per m2, exclusief btw en plaatsing) schrikt veel liefhebbers af. Andere, meer betaalbare houtsoorten hebben de plaats van teak ingenomen.
Bangkirai is daar het bekendste voorbeeld van. Deze houtsoort uit de vochtige wouden van Indonesië en Maleisië heeft in de jaren ’90 de markt volledig ingepalmd en heeft een tijdlang alle andere houtsoorten totaal verdrongen. Maar bangkirai (of yellow balau), is in feite een soortnaam die een tiental Shorea-soorten met ongelijke kenmerken omvat. Het soortelijk gewicht (de ’volumieke massa') bijvoorbeeld varieert van 700 tot 1.150 kg per kubieke meter.
Bangkirai behoort tot de duurzaamheidsklasse II (gebruiksduur van 15 tot 25 jaar) en biedt een goede prijs-kwaliteitverhouding, als het hout van goede afkomst is, met als kwaliteitslabel ’Select and better'. Wel heeft het enkele onvolmaaktheden. Sommige soorten bevatten gommen die bruine vlekken kunnen veroorzaken op onderliggende elementen van het bouwwerk. Het hout vertoont ook neiging tot oppervlaktescheurtjes als het blootstaat aan de zon, en heeft soms kleine donkere boordergaatjes die het resultaat zijn van wormen. Geen van deze fouten heeft een negatieve invloed op de duurzaamheid van het hout.
Bangkirai heeft ten slotte ook de neiging tot zwart worden wanneer het regelmatig wordt geolied of gevernist, en kan na verloop van tijd een beetje vervormen.
IPé
In het hogere prijsgamma is dé topper van het ogenblik ipé, een houtsoort die voornamelijk uit Brazilië komt.
Het is zeer hard, zeer zwaar hout (1.050 kg/m3) en zeer duurzaam (klasse I). Ipé wordt omwille van zijn eigenschappen ook ’groen ebbenhout' genoemd. Het hout is groen- tot geelachtig bruin en de nerf is zeer fijn. Het grote nadeel is dat het behoorlijk krimpt bij het drogen, wat zich uit in reten tussen planken die tussen het vochtige seizoen en de volle zomer kunnen oplopen tot 5 mm .
Volgens specialisten mag er een schaarste van ipé worden verwacht over 5 à 10 jaar. De prijs gaat trouwens pijlsnel omhoog (+ 50% in iets meer dan een jaar).
Andere, voornamelijk Afrikaanse houtsoorten staan klaar voor de aflossing van de wacht. De meest courante of meest veelbelovende worden in het kader links voorgesteld.
Een kwestie van dichtheid?
In het algemeen bestaat er een directe band tussen de dichtheid van het hout (zijn soortelijk gewicht of volumieke massa) en zijn duurzaamheid.
De meeste tropische houtsoorten wegen meer dan 600 kg/m3 en dat is zowat de drempelwaarde waarboven hout een grote natuurlijke weerstand heeft tegen schimmelveroorzakende organismen. Tussen haakjes, sommige houtsoorten, zoals ipé, overtreffen zelfs het soortelijk gewicht van water... en blijven toch drijven.
Er zijn echter ook andere elementen die de duurzaamheid van hout beïnvloeden, meer bepaald de aanwezigheid van bepaalde harsen en andere natuurlijke beschermingsstoffen.
Een vacuümdrukbehandeling is één van de mogelijkheden om de duurzaamheid te verbeteren. Een andere techniek is droogsterilisatie, waarbij het hout verwarmd wordt, zodat het minder gevoelig wordt voor insecten en zwammen.
Effen of met groeven?
Sinds de doorbraak van bangkirai worden planken voor terrassen vaak aangeboden met groeven. Die groeven hebben helemaal geen slipwerend effect, zoals vaak gedacht, maar dienen om het water vlot af te voeren en wat verluchtingsruimte te creëren tussen plank en ondergrond. Inderdaad, planken met maar langs één zijde groeven, zouden in feite met die zijde omlaag geplaatst moeten worden.
En het slipwerend effect van groeven dan? Eerlijk gezegd, effen planken zijn beter slipwerend dan gegroefde. In die groeven kunnen vocht, aarde, vuil, algen en mossen zich makkelijk ophopen en het terras zo pas écht glad maken. Op een effen plank zal dat minder snel het geval zijn.
Kortom, afgezien van het ietwat bijzonder esthetisch aspect, hebben groeven aan de bovenkant geen echt nut, maar zijn ze eerder geschikt om splinters op te leveren.
1. Afrormosia | 2. Bilinga | 3. Cumaru | 4. Iroko | 5. Itauba | 6. Limbali | 7. Padouk | 8. Tali | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Afkomst | Centraal-Afrika, klasse I en II; | Centraal- en Equatoriaal-Afrika, klasse I; | Zuid-Amerika, klasse I; | Centraal-Afrika, klasse I en II; | Zuid-Amerika (Brazilië, Guyana), klasse I; | Centraal- en West-Afrika, klasse II; | Centraal-Afrika, klasse I; | Centraal- en Zuidelijk-Afrika, klasse I; |
Uitzicht | roodbruin met donkere nerven, fijne nerf; | oranjegeel tot goudgeel tot oker, middelgrote nerf; | geelbruin tot roodbruin, donkere, middelgrote nerven; | geelbruin tot donkerbruin met vergulde glans, soms met witte stipjes, grove nerf; | geelbruin tot donkerbruin, glanzend tot olieachtig, fijne nerf; | roodbruin met groene of koperachtige tinten, grove nerf; | rood, grove nerf; | oranjegeelbruin tot roodbruin, helderder dan het hout afkomstig uit Oost-Afrika, grove nerf; |
Gewicht | Eerder licht (740 kg/m3). Tamelijk instabiel; | Eerder licht (760 kg/m3). Zeer duurzaam, zelfs in vochtig milieu. | Zeer zwaar (1.070 kg/m3), zeer hard. | Tamelijk licht (640 kg/m3). | Meestal zwaar (860 kg/m3) en zeer duurzaam, zelfs in vochtige milieus. | Gemiddeld zwaar (810 kg/m3). | Eerder zwaar (790 kg/m3), zeer stabiel, ongevoelig voor vervorming. | Eerder zwaar (910 kg/m3) en extreem duurzaam. |
Deze houtsoort wordt beschermd en de handel erin wordt op wereldschaal gecontroleerd. |
Op grind?
Een balkenstructuur of houten tegels worden soms ook rechtstreeks op een bed van genivelleerd grind geplaatst. Dat is uiteraard een snelle en goedkope methode om een houten terras aan te leggen. Maar als de structuur niet wordt verankerd, bijvoorbeeld aan palen die diep genoeg in de grond zitten, blijft dat een wat wankele en eerder tijdelijke oplossing.
Wat kan je besparen?
Indien je je terras volledig zelf maakt, kan je 30 tot 50% besparen op de prijs die een professional zou vragen (die rekent 150 tot 200 euro per m2, levering, plaatsing en btw inbegrepen).
Hout blijft echter een vrij duur materiaal. Hierbij een richtprijs per vierkante meter voor de belangrijkste houtsoorten waarvan sprake in dit artikel (exclusief btw).
Afrormosia: 90 €
Afzelia: 70 €
Kastanje: 35 à 40 €
Eik: tot 100 €
Ipé: 42 à 50 €
Iroko: 40 à 50 €
Padouk: 40 à 45 €
Spar, vacuüm behandeld: 12 à 15 €
Teak: 120 €
Daar moet je de prijs van de balken in hout van klasse I bijrekenen (2 à 4 euro per lopende meter), het geotextiel (0,3 à 0,7 euro per m2) en het beslag (schroeven of clips). Eventueel komt daar nog beton bij, betonblokken, de huur van een kleine graafmachine (ongeveer 300 euro per dag), enzovoort.
Goed om weten: Sommige firma's bieden ook een formule aan van terrassen in kit (montageplan, materiaal en advies geleverd door de onderneming, installatie door de particulier) die 80 - 90 euro/m2 kost voor een terras in ipé 20 x 140 mm bijvoorbeeld.
Een balkenstructuur of houten tegels worden soms ook rechtstreeks op een bed van genivelleerd grind geplaatst. Dat is uiteraard een snelle en goedkope methode om een houten terras aan te leggen. Maar als de structuur niet wordt verankerd, bijvoorbeeld aan palen die diep genoeg in de grond zitten, blijft dat een wat wankele en eerder tijdelijke oplossing.
Wat kan je besparen?
Indien je je terras volledig zelf maakt, kan je 30 tot 50% besparen op de prijs die een professional zou vragen (die rekent 150 tot 200 euro per m2, levering, plaatsing en btw inbegrepen).
Hout blijft echter een vrij duur materiaal. Hierbij een richtprijs per vierkante meter voor de belangrijkste houtsoorten waarvan sprake in dit artikel (exclusief btw).
Afrormosia: 90 €
Afzelia: 70 €
Kastanje: 35 à 40 €
Eik: tot 100 €
Ipé: 42 à 50 €
Iroko: 40 à 50 €
Padouk: 40 à 45 €
Spar, vacuüm behandeld: 12 à 15 €
Teak: 120 €
Daar moet je de prijs van de balken in hout van klasse I bijrekenen (2 à 4 euro per lopende meter), het geotextiel (0,3 à 0,7 euro per m2) en het beslag (schroeven of clips). Eventueel komt daar nog beton bij, betonblokken, de huur van een kleine graafmachine (ongeveer 300 euro per dag), enzovoort.
Goed om weten: Sommige firma's bieden ook een formule aan van terrassen in kit (montageplan, materiaal en advies geleverd door de onderneming, installatie door de particulier) die 80 - 90 euro/m2 kost voor een terras in ipé 20 x 140 mm bijvoorbeeld.
Wij zijn er voor je!
Ontdek onze bouw tips en adviezen. Want zelf gemaakt is slim bespaard!