De meest gangbare dikten voor dit materiaal zijn 7, 8 en 10 cm, vol of met honinggraatstructuur (lichter en ademend) in een klassieke versie of een waterafstotende versie voor vochtige ruimten.

Zet de lijnen van de toekomstige wand uit met behulp van een metsersprofiel en een waterpas. Gebruik voor het plafond eerder de slaglijnmolen. Controleer of uw hoeken goed recht zijn met behulp van een winkelhaak of controleer met de regel van 3-4-5 (stelling van Pythagoras):

Zet een maatstreep op 60 cm. Een tweede op de andere muur, op 80 cm en verbind ze. De afstand ertussen zou 100 cm moeten zijn wanneer uw hoek recht is.

Duid indien nodig de plaats van deuren en andere openingen aan.

Zie: Een binnendeur plaatsen

Plaats tijdelijk wiggen langs uw tracé. Met touw maakt u een schuifsysteem zoals op het plan.

Dit zal u helpen uw platen goed te plaatsen.

Om de goede bevestiging van uw wand aan de muur te verzekeren, maakt u een groef die enkele centimeters diep en lichtjes breder is dan uw platen langsheen de wig.

U zet er uw elementen in vast met lijm voor het bouwen met gipsplaten.

Om opstijgend vocht te voorkomen in vochtige kamers, lijmt of schroeft u een U-vormig onderstuk vast aan de vloer en gebruikt u waterafstotende tegels.

Anders kunt u een dichtingsstrip toevoegen.

Deze vermijdt de overdracht van geluid en trillingen door uw wand (Vastkleven aan de vloer en aan het plafond).

Maak uw lijm klaar, deze blijft ongeveer 1 uur bruikbaar.

Lijm uw eerste plaat aan de gleuf en het onderstuk.

De holle delen (sponningen) worden naar de muur en de vloer gericht.

Controleer daarna zorgvuldig of de eerste plaat waterpas staat.

Plaats vervolgens de rest van de eerste rij platen door de sponningen met lijm te bestrijken en ze te stabiliseren met behulp van een hamer met rubberen kop en een stuk hout om de hoeken niet te beschadigen.

Verwijder het teveel aan lijm, zonder dit open te strijken, en strijk de voegen glad voordat de lijm kan opdrogen.

Om te beginnen aan de volgende rij en de voegen correct te laten kruisen, zaagt u een plaat middendoor (dit materiaal kan eenvoudig doorgezaagd worden met behulp van een handzaag).

Indien u dit niet doet, zal uw muur geen stand houden.

Breng de lijm met een truweel gelijkmatig aan in het holle gedeelte, de lijm moet lichtjes overlopen.

Plaats de rest van de platen van de rij door ze te stabiliseren met een hamer met een rubberen kop en een stuk hout om de hoeken niet te beschadigen.

Naarmate de bouw van de wand vordert, controleert u zorgvuldig en regelmatig of alles nog waterpas staat.

Indien uw wand erg lang is, plaatst u om de 4 m een verstevigingspaal.

Voor hoge wanden gebruikt u platen van 10 cm breed alsook (houten of metalen) verstevigingspalen en laat u wanneer u halfweg bent de wand eerst volledig drogen.

Om een hoek te maken in uw wand, haal een deel van de tap weg met de zaag en de hamer met rubberen kop om de overgang naar de volgende rij platen mogelijk te maken.

Kruist u de platen zoals op het plan.

Laat de platen uitsteken die u vervolgens zult afzagen door de wand te volgen met de zaag.

Voor een gelijkmatige afwerking van de hoeken en voor meer stevigheid lijmt u versterkingslijsten op de hoeken en op de uiteinden van uw wand.

Om te eindigen kleeft u een dichtingsstrip tussen het plafond en de wand.

Zaag uw platen die de verbinding met het plafond zullen vormen en voorzie daarbij een vrije ruimte van minstens 2 cm.

Daarna vult u de overgebleven ruimte tussen het plafond en langs de groeven met een mengsel van lijm en gips.

Zodra de muur goed droog is, schraapt u het teveel aan lijm weg en brengt u de afwerking van uw keuze aan.

Betegeling kan er rechtstreeks op aangebracht worden. Voor een afwerking met verf, dicht u de voegen en oneffenheden en brengt u een egalisatielaag en een onderlaag (primer) aan.

Zie voor hulp bij de constructie ook:

Maken en plaatsen van een wandkast Goed gereedschap voor goed schuren Een binnendeur plaatsen

Zie voor hulp bij de afwerking ook: Plaatsen van steenstrips Aanbrengen van muurtegels