Bepaal de plaats van de nieuwe wand en teken die af op de vloer. Neem 1 of meerdere balken van 44 bij 69 mm en zorg ervoor dat ze de juiste lengte hebben. Plaats die op de vloer langs de lijn. Houd rekening met eventuele deurkozijnen. Standaardmaten voor tussenwanden die geschikt zijn voor kozijnen zijn 7 en 10 cm.
Voor een wand van circa 7 cm plaats je de 44 mm-kant van de balk op de vloer. Voor een muur van circa 10 cm plaats je de kant van 69 mm op de vloer. Bevestig de balken door middel van slagpluggen bij beton, of schroeven bij hout. Gebruik bij beton een klopboormachine om voort te boren. Lopen er leidingen onder de vloer, bevestig dan de balken met een montagekit van hoge kwaliteit.
Plaats de verticale balk waar de wand tegen de bestaande muur komt te staan. Controleer met de waterpas of hij recht staat. Plaats ook een balk aan de tegenoverliggende zijde. Plaats hierna de balken tegen het plafond. Gebruik ook hiervoor weer slagpluggen of schroeven. Nu is het tijd voor de staanders. Markeer op de vloerbalk waar de staanders moeten komen. Begin met 60 cm vanuit de muur tot het hart van de balk. Vervolgens 60 cm hart op hart. Uitzondering hierop zijn natuurlijk de staanders voor het eventuele deurkozijn. Deze komen er nog tussen. Houd ondanks het kozijn wel 60 cm afstand aan zodat je uitkomt met je gipsplaten.
Meet stuk voor stuk de benodigde hoogten voor de staanders op. Dit is belangrijk omdat er een verloop in het plafond of de vloer kan zitten. De staanders moeten strak tussen de vloer en de plafondbalk komen. Plaats de staanders met het hart op de markering. Bevestig nu de staanders door schroeven van 80 mm schuin in de balken te schroeven. Zet ze waterpas en schroef ze aan de onder- en bovenkant vast. Plaats boven de uitsparing voor het kozijn een horizontale balk met hierop een korte staander op 60 cm. Herhaal deze stap voor alle staanders. Je frame staat nu!