Stap 1
Een verlichtingsplan helpt je bij het bepalen welke verlichting het beste voor je werkt. Bij het maken van een verlichtingsplan is het belangrijk om rekening te houden met de natuurlijke lichtinval en wat je op bepaalde plekken in je huis wilt gaan doen.
Stap 2
Verlichting kan je in verschillende groepen verdelen. 1. De basisverlichting: het licht dat je aandoet wanneer je binnenkomt en waarmee je eigenlijk de hele ruimte verlicht. Denk bijvoorbeeld aan een plafonnière of indirecte vloerlampen.
Stap 3
2. Accentverlichting: zoals spotjes op schilderijen of op een bouwkundig detail of verlichting in een koof. Het kan verlichting zijn boven de eettafel of boven het aanrecht in de keuken maar ook een leeslamp naast een fauteuil of bureaulamp.
Stap 4
3. Sfeerverlichting: dit soort verlichting brengt licht en sfeer op plekken die anders donker blijven.
Stap 5
Een prettig algemeen niveau is de basis. Dit kan door middel van directe of indirecte verlichting te creëren.
Stap 6
Kies heel zorgvuldig de kleur van de lamp, want die bepaald voor een groot gedeelte de sfeer. Wanneer je de juiste kleur hebt gevonden, pas die dan ook consequent toe. Dat maakt er een eenheid van. Er zijn verschillende soorten lichtbronnen. Op volgorde van zuinigheid: 1. Led-lamp 2. TL-verlichting 3. Spaarlamp 4. Halogeenlamp 5. Gloeilamp
Stap 7
Dimbare verlichting maakt het makkelijker om naargelang het moment de juiste hoeveelheid licht te hebben.
