Gordijnen opmeten: zo doe je het stap voor stap

Eerst bepaal je de lengte die nodig is voor de roede of rails. Die bepaalt hoever je je gordijnen kunt openen. Voor een raam met één gordijn komt de lengte van de roede overeen met de breedte van het raam plus een derde van die breedte. Kies je voor twee gordijnen per raam, dan is de lengte van de roede gelijk aan de breedte van het raam en zowel links als rechts een vierde van die lengte erbij. 

Hoe hoog je de gordijnroede bevestigt, beïnvloedt hoe lang de gordijnen moeten zijn. Meestal worden de steunen voor de roede op een derde van de ruimte tussen de bovenkant van het raam en het plafond geplaatst. Zo lijkt de gordijnroede mooi in het midden tussen het plafond en de bovenkant van het raam te hangen. Werk je met gordijnrails, dan bevestig je het ophangsysteem gewoon aan het plafond. Meet ten slotte vanaf de onderkant van de roede of rails recht naar beneden tot op de gordijnlengte die je verkiest.  

Als je de lengte van de roede of het railsysteem hebt bepaald, kun je de breedte van je gordijnen opmeten. Twee tot drie keer de lengte van de rails of roede, volstaat. Maar ook de dikte van de gordijnstof heeft een invloed op hoe ruim je gordijnen vallen. Speel op zeker en tel tien centimeter extra bij je berekeningen.