Aankoopadvies: precisiegereedschap

Voor een goed resultaat moet u uw werk goed voorbereiden. Dat betekent: juist meten, horizontale en verticale lijnen trekken of de plaats van ingewerkte kabels en leidingen bepalen om ze tijdens uw werk niet te beschadigen. Goed en nauwkeurig gereedschap is hierbij onontbeerlijk.

handen met meetlint | Mains avec un mètre ruban

Meten

Maten nemen

Het eenvoudigste gereedschap is een vouwmeter. Om een kamer te meten moet de vouwmeter minstens 5 meter lang zijn. Gebruik een meter met een vergrendelmechanisme zodat u hem tijdens het meten op het juiste punt kunt blokkeren.

Het nauwkeurigst meet u als u begint bij het streepje van 1 cm. Vergeet die centimeter nadien wel niet af te trekken.

Gebruik voor een zelfde werk altijd dezelfde meter. Verschillende meters kunnen immers kleine afwijkingen vertonen ten opzichte van elkaar.

Lasermeter

Voor de snelste metingen. Met een eenvoudige druk op de knop kent u in enkele seconden tijd de juiste maten, zowel binnen als buiten en op moeilijk toegankelijke plaatsen.

Digitale multimeter met laser

Hij meet de lengte, de oppervlakte, het volume en het totale gebied tot 12 meter.

Elektronische meter

Hij zendt een geluidsgolf uit om een afstand te meten.

Winkelhaken

Winkelhaken zijn er in tal van formaten. Ze helpen u om stukken hout en plaatmaterialen te markeren voordat u ze zaagt. Sommige dienen om recht te zagen (T-winkelhaak), dwars te zagen op hout dat u op maat wilt zagen (gecombineerde winkelhaken) of om daksparren haaks te zagen (L-winkelhaken).

Om rechte lijnen op een oppervlak te trekken kunt u ook gebruik maken van een laserwaterpas.

Slaglijnmolen

Hiermee markeert u rechte lijnen op vlakke oppervlakken of tekent u de plaats af waar u moet zagen in hout. De behuizing wordt gevuld met krijtpoeder waarmee de streepjes worden aangebracht. Een slaglijnmolen is ideaal bij het tekenen van een rechte lijn of een uitlijning. Bescherm de behuizing van de slaglijnmolen tegen vocht. Als het krijt nat wordt, klontert het en kan het geen correcte lijnen meer tekenen.

Doe niet te veel koord in de behuizing, anders wordt het moeilijk om het af- en op te rollen.

Span het koord tegen het oppervlak, zo krijgt u een duidelijke lijn. Verwijder het tussen duim en wijsvinger van het oppervlak en laat het los.

Schuifmaat

Met een liniaal kunt u nauwkeurige metingen uitvoeren tot op 1/10 de cm (1 millimeter). Metingen van 1 millimeter of minder zijn er echter niet mee mogelijk. Voor dergelijke kleine metingen moet u een schuifmaat gebruiken.

De schuifmaat bestaat uit drie meetmechanismen:

buitenkaken voor de meting van voorwerpen (buitendiameter van een buis)
binnenkaken voor de meting van de binnenafmetingen van voorwerpen (binnendiameter van een buis)
een dieptemaatstok voor de meting van de diepte van voorwerpen (diepte van bakje)
een vaste schaal onderverdeeld in millimeter
een mobiele schaal (nonius) onderverdeeld 0,01 cm

Gebruik van de schuifmaat

Plaats het voorwerp in de dikte tussen de buitenkaken van de schuifmaat. Sluit de kaken tot ze de twee kanten van het voorwerp net raken.

Lees op de mobiele schaal het resultaat A, de lijn eindigt op een punt van de vaste schaal. Deze positie bepaalt de eerste cijfers van het meetresultaat. Zoek het laatste cijfer van het meetresultaat, dat wordt bepaald door de lijn B van de mobiele schaal die het best overeenstemt met een lijn op de vaste schaal.

De lijn van de mobiele schaal bepaalt het laatste cijfer.

Controleren van traces

Waterpas

Horizontale of verticale tracés, de loodrechtheid en de regelmatigheid van constructies controleert u met een waterpas.

Luchtbelwaterpas

Een luchtbelwaterpas bestaat uit een of twee doorzichtige plastic buizen waarin een luchtbel zit. De buis in de lengte duidt de horizontale positie aan, die in de breedte de verticale positie. Als de luchtbel precies in het midden zit, is het tracé correct.

Om te controleren of een oppervlak horizontaal is, plaatst u de waterpas op het oppervlak en bekijkt u de luchtbel van de buis in de lengte. Verplaats het voorwerp tot de luchtbel precies in het midden zit.

Plaats om de verticale stand te controleren de waterpas tegen het oppervlak en kijk of de luchtbel in het midden zit. Is dat niet het geval stel dan de positie bij.

Laserwaterpas

Manuele laserwaterpas

Hiermee kunt u niet alleen heel nauwkeurig meten, hij maakt het werk ook veel makkelijker doordat u de handen vrij hebt. Bovendien kan hij over een langere afstand meten. Het eenvoudigste model is de manuele laserwaterpas. Deze wordt bevestigd aan de muur, op de vloer of aan het plafond. De manuele laserwaterpas projecteert horizontale of verticale lijnen. Hij is een uitstekend hulpmiddel bij het boren van uitgelijnde gaten (bv. een trapleuning), het mooi recht naast elkaar hangen van schilderijen, het behangen of het betegelen van een kamer. Om de horizontale en verticale positie te regelen plaatst u de luchtbel in het midden van de glazen buis. Bevestig vervolgens het apparaat en schakel de laser in.

Zelfnivellerende laserwaterpassen

Deze zijn nog veel handiger. U bevestigt ze met behulp van een schroef of een spijker (voor gipsmuren wordt een speciale schroef meegeleverd) in het midden van het apparaat. Eenmaal geactiveerd zet de laserwaterpas zich automatisch waterpas en projecteert hij een horizontale rode lijn over een zeer lange afstand. Er bestaan 3 categorieën van laserwaterpassen.

De laserwaterpassen zijn heel handig om kasten op te hangen. Bovendien detecteren ze automatisch metalen buizen of elektrische leidingen achter een gipsplaat. Zij projecteren een rode horizontale of verticale lijn.

Deze laserwaterpassen projecteren verticale en horizontale lijnen. U kunt er ook een hoek van 90° mee aftekenen. Ze zijn ideaal voor het plaatsen van bekledingen (tegels…), keukenkasten of behangpapier.

Deze waterpassen worden op een staander gemonteerd en projecteren drie horizontale lijnen die een geheel vormen. In een kamer kunt u op 360° een perimeter projecteren met drie waterpaslijnen. Ze zijn ideaal voor het plaatsen van verlaagde plafonds en zijn ook zelfnivellerend.

Veiligheidsregels bij het gebruik van de laser

Dit soort laser vormt meestal geen rechtstreeks gevaar voor de ogen als u niet recht in de laser kijkt.
Vermijd oogcontact en projecteer de laserstraal niet in de ogen van iemand anders. Dit kan immers ernstige oogletsels veroorzaken.
Plaats de waterpas niet op een plaats waar iemand rechtstreeks, al dan niet opzettelijk, in de laserbundel kan kijken.
Gebruik de laserwaterpas niet in de buurt van kinderen en laat kinderen hem niet gebruiken.
Schakel de laser steeds uit wanneer u hem niet gebruikt. Als u hem laat aanstaan verhoogt dit het risico dat iemand per ongeluk in de laserbundel kijkt.
Richt de bundel enkel naar vaste voorwerpen zonder reflecterende oppervlakken.
U kunt hem niet gebruiken voor glanzende en reflecterende materialen.
Als u de houder gebruikt, controleer dan altijd of hij stevig bevestigd is. Als de waterpas valt, kan hij beschadigd worden.
Alle reparaties moeten worden toevertrouwd aan een erkende hersteller of aan de fabrikant van het laserapparaat.
Gebruik de laserwaterpas altijd met de grootste voorzichtigheid. Behandel hem zoals elk ander optisch apparaat, bijvoorbeeld een fototoestel of een verrekijker.
Stel de laser niet bloot aan schokken, aanhoudende trillingen of zeer lage of hoge temperaturen.
Bewaar zorgvuldig de instructies. Neem ze regelmatig door en deel ze ook mee aan eventuele andere gebruikers. Leen uw laser nooit uit zonder dat u de instructies erbij geeft.
Draag een veiligheidsbril.

Detectoren

Lokaliseren van gevaarlijke voorwerpen

Met een detector lokaliseert u alles wat niet zichtbaar is, bv. ingewerkte elektriciteitskabels of leidingen, voordat u spijkers, schroeven of pluggen in muren, vloeren of plafonds aanbrengt. Zo voorkomt u ongevallen. De houtdetector kan u helpen als u een kast moet hangen tegen een gyprocmuur.

Schakel de detector in en beweeg hem van voor naar achter. Zodra hij een gevaarlijk punt detecteert, zal hij een piep- of een lichtsignaal uitzenden. Duid de plaats aan. Sommige apparaten zijn uitgerust met een scherm dat de precisie ten opzichte van een obstakel aangeeft. Zo weet u precies waar het begint en eindigt. Op de digitale wijzerplaat wordt ook de toelaatbare boordiepte aangegeven.

Digitale thermometer

De digitale thermometer met sonde: meet temperaturen van -100 tot +199°. Dankzij de sonde wordt de temperatuur in een bepaald deel heel nauwkeurig gemeten. Analoge geluidsmeter

Met de analoge geluidsmeter kunt u de geluidsintensiteit meten. De meeteenheid is de decibel (dB).

Digitale luxmeter

Met de luxmeter meet u de lichtintensiteit. De meeteenheid is de lux (lx).