Als je klaar bent met stucen, laat je de wand eerst licht drogen. Daarna begin je met afmessen. Gebruik hiervoor het spackmes om de wand zo vlak mogelijk te krijgen. Egaliseer verdikkingen en vul kuilen op. Doe niet teveel in een keer, maar werk steeds kleine stukjes bij. Probeer de wand keer op keer vlakker te krijgen. Als je dit goed doet, zal je merken dat het steeds zwaarder wordt om het gips te verdelen. Herhaal deze handeling tot de toplaag van je stucwerk glad is. Gun dan het gips goed de tijd om te drogen. Er zullen vast nog wat oneffenheden zijn, maar de wand is nu behangklaar. Ga je verven? Dan zal je de muur nog iets verder moeten afwerken.