Voorzorgsmaatregelen

Werk niet aan de elektriciteit zonder een minimum aan voorzorgsmaatregelen te nemen. De twee meest belangrijke zijn:

voor aanvang van de werkzaamheden de stroomvoorziening afsluiten met behulp van de hoofdschakelaar
in acht nemen van alle installatievoorschriften

PDF-formaat downloaden


Hoofdaardlekschakelaar 300 mA
Gebruik van een hoofdaardlekschakelaar van 30mA bij het begin van de installatie, ter bescherming tegen elektrische schokken in geval van indirect contact en brand, is verplicht voor:

wasmachine
vaatwasmachine
en elektrische droger


1. De juiste kabels kiezen

De stroom in een elektriciteitskabel wordt door twee draden geleid, de fasedraad en de nuldraad. Een standaard kleurencode zorgt ervoor dat u zich niet kunt vergissen.
De fasedraad is rood of bruin voor stijve kabels en zwart voor flexibele of meerdradige kabels. In installaties van voor 1970 kan de draad ook groen zijn. De fasedraad is verbonden aan de plus pool van het elektrische materiaal.
De nuldraad is blauw en was voorheen rood.
De aarddraad is geel en groen. Voorheen was deze draad grijs of wit.
De diameter van de draden is verschillend, afhankelijk van gebruik:

voor een verlichtingssysteem van 10 A – 1,5 mm2
voor een aansluitsysteem van 16 tot 20 A – 2,5 mm2
voor een aansluitsysteem van 32 A – 4 tot 6 mm2
Draden in beschermingsmantels van geribbeld plastic of pvc zijn op dezelfde wijze gereglementeerd.


2. Aarding

De aarding zorgt ervoor dat de stroom naar de aarde omgeleid wordt en voorkomt zo ongelukken in geval van defecte apparatuur. De aarddraad is door middel van een aansluitklem verbonden met het algemene voedingspaneel. Op de aansluitpunten wordt de aardklem aangegeven door drie horizontale streepjes.



3. Installatie van de aansluitkasten

Op de aansluitkasten kunt u verschillende stroomcircuits of kabels aansluiten. Dit doet u door het concentrisch gevormde inzetstuk, dat correspondeert met de diameter van de in te voeren kabel of het kabelomhulsel, te verwijderen. De aansluitkasten kunnen zowel op- als ingebouwd worden.


4. Installatie van contactdozen

Contactdozen worden gekozen afhankelijk van het materiaal waaruit de muur is opgebouwd (baksteen, beton, lambrisering, gips, enz.) en de dikte van de scheidingswand.

Het is raadzaam de contactdozen met schroeven vast te zetten. Op die manier zijn de dozen beter bestand tegen lostrekken dan contactdozen zonder schroeven.


5. Stopcontact plaatsen

Zorg om ergernissen te voorkomen voor voldoende aansluitpunten in elk vertrek. Eén circuit kan de stroomvoorziening ver- zorgen van 8 stopcontacten. Overweeg ook plaatsing van op uw leefstijl aangepaste stopcontacten, bijvoorbeeld met een timer voor het koffiezetapparaat.


6. Plaatsen van een schakelaar

De afwerking van de schakelaars kan aangepast worden aan de stijl van het vertrek.
Er zijn zowel draadschakelaars als draadloze schakelaars verkrijgbaar.

  • A - Draadschakelaars
    Afhankelijk van wat u nodig heeft, zijn alle mogelijke combinaties denkbaar.
    Voorbeelden:

    1.Een enkelpolige schakelaar kan één of meerdere lampen tegelijkertijd activeren.
    2.Eén of meerdere lampen kunnen geactiveerd worden door twee hotelschakelaars op verschillende plaatsen.
    3.Eén of meerdere lampen kunnen geactiveerd worden door drie schakelaars of meer, bijvoorbeeld 2 hotelschakelaars aangevuld met tuimelschakelaars.
    4.Een hotelschakeling die het mogelijk maakt een lamp te activeren met twee schakelaars. Elke schakelaar is uitgerust met 3 klemmen. De gelijkgeaarde klemmen zijn onderling met elkaar verbonden.


  • B - Draadloze schakelaars
    Draadloos woningautomatiseringssysteem: flexibiliteit/comfort/veiligheid/besparing bij installatie of renovatie zonder bedrading aan te hoeven leggen, dankzij radiofrequentie technologie.
    Door een aantal zenders en ontvangers met elkaar te combineren kunt u een oneindig aantal mogelijkheden creëren:

    bediening van de verlichting,
    programmering verlichting en apparatuur,
    reorganisatie van de installatie.


Een lamp ophangen

Het is allereerst nodig een hangstrip te bevestigen. Haal vervolgens de elektriciteitsdraad door de strip zodat die stevig vast zit. Sluit ten slotte de lamp aan met behulp van een kroonsteentje.



Elektriciteit in de badkamer


De badkamer is een vochtige en riskante plaats bij uitstek. Daarom zijn speciale voorzorgsmaatregelen geboden: respecteer de veiligheidsvolumes:

in volume 1 - installatie van lampen of stopcontacten verboden, uitgezonderd waterverwarmers, Voor volume 1 is installatie van IP67 – 12V lampen aan te raden.
in volume 2 – alleen apparaten voor verwarming en verlichting IPX4, klasse II.
in volume 3 – alleen waterdichte geaarde apparaten klasse I of II.


verbind de apparaten onderling en met de aarde: de metalen voorwerpen in de badkamer (badkuip, waterverwarmer, radiator, enz.) worden verplicht aangesloten op een equipotentiaalverbinding en een differentiaalschakelaar van 30 mA. Deze schakelaar controleert op eventuele lekken en beschermt u tegen elektrocutie. Voor grotere installaties (bad, jacuzzi) neemt u 10 mA.


Zekeringen

Zekeringen onderbreken de stroomvoorziening bij een kortsluiting, overbelasting of een defect apparaat.

Er zijn meerdere soorten:

zekeringen met een smeltpatroon, die eenvoudig te vervangen zijn,
vaste automatische zekeringen die u opnieuw in kunt schakelen.